Tweedehandsauto's als indicator


Steeds meer Amerikanen denken er blijkbaar ook zo over. Er is een enorme vraag naar tweedehandsauto’s waardoor ze flink duurder zijn geworden. Vlak voor de uitbraak van het coronavirus kostte een gemiddelde tweedehands $20.426. Vandaag is dat maar liefst $22.375. Dat is een prijsverschil van maar liefst 9%. Een gemiddelde SUV of pick-uptruck is in een jaar tijd zelfs 15% in prijs gestegen.

Deze prijsstijging komt inderdaad door een groter verschil van vraag en aanbod. Maar er zijn voor zowel de stijgende vraag als voor het dalende aanbod een aantal specifieke redenen. In het voorjaar hebben diverse autofabrieken door de lockdown een tijdje stilgelegen. Daardoor is er nu een beperkt aanbod van nieuwe auto’s. En als je dan geen nieuwe auto kan kopen, dan koop je een tweedehands. Tegelijkertijd nam de vraag naar auto’s toe, omdat veel Amerikanen het openbaar vervoer willen mijden uit angst voor coronabesmetting.

Ook in Turkije zien we stijgende tweedehandsautoprijzen. Maar daar werkt het andersom. De Turkse vraag naar tweedehandsauto’s is zo hoog omdat Turken er een prima middel in zien om zich te beschermen tegen de hoge inflatie. Een auto wordt weliswaar minder waard, maar de Turkse lira daalt nog veel harder, dit jaar met maar liefst 28%.

Corné van Zeijl is analist en strateeg bij vermogensbeheerder Actiam en belegt ook privé. Reageer via: corne.vanzeijl@actiam.nl. Disclaimer en meer columns op <em>fd.nl/vanzeijl</em>.

AD